Hypertrofie is een bekend begrip binnen de fitnesswereld. Door het doen van krachttraining, en meer specifiek hypertrofietraining vergroot je volume van de spiercellen waardoor deze in omvang toenemen en je meer spiermassa aanmaakt. Minder bekend is spierhyperhyperplasie, dit is een toename in het aantal spiervezels.
Hypertrofie is het gevolg van een toename in de grootte van de bestaande spiervezels. Hyperplasie is een toename van het aantal spiervezels zelf (niet de omvang). Het is een term die wordt gebruikt voor de vergroting van weefsels en organen als gevolg van een hoge celdeling. Hyperplasie ontstaat als gevolg van een bepaalde prikkel. Als we het hebben over spierhyperplasie is de prikkel krachttraining.
Hypertrofie vs. Hyperplasie
Het verschil met spierhypertrofie is dat het niet gaat om een toename in de omvang van het spierweefsel zelf (zoals het geval is bij spierhypertrofie). Bij hyperplasie gaat het enkel om het aantal spiervezelcellen welke toenemen als gevolg van een hoge celdeling. Bij spierhyperplasie nemen de hoeveelheid spiercellen dus toe, maar niet in hun omvang.
Spierhyperplasie en krachttoename
Spiervezelhyperplasie (een uitbreiding van het aantal spiervezels) kan ook leiden tot een toename in spierkracht, als gevolg van bepaalde type krachttraining. Het wordt aangenomen dat individuele spiervezels de capaciteit hebben om in twee dochter cellen te splitsen, welke zich elk tot nieuwe spiervezels kunnen ontwikkelen.
In iedere spiervezel zijn zogenaamde satellietcellen, dit zijn myogene stamcellen die betrokken zijn bij de aanmaak van nieuwe spiervezels. Verschillende vormen van stress op de spiervezel zoals rekken, een blessure, immobilisatie, en training (met name excentrische spiercontractie) stimuleren de satellietcellen om te migreren naar dat gedeelte van het spierweefsel om samen te smelten met de (beschadigde) spiervezelcellen en/of de aanmaak van nieuwe spierezels.