Creatine is een is van nature aanwezig in vlees en vis, maar is ook een lichaamseigen stof, die dus ook door het lichaam zelf aangemaakt wordt. Creatine is opgebouwd uit aminozuren (arginine, lysine en methionine) die in de lever, nieren en de alvleesklier geproduceerd worden. Creatine ligt opgeslagen in spierweefsel (95% van de totale hoeveelheid creatine is aanwezig in spierweefsel), hoewel in een veel lagere concentratie dan de hoeveelheid creatine die als suppletie worden genomen.
Hoe werkt creatine?
Spieren hebben energie nodig om te kunnen samentrekken, ze halen deze energie uit de afbraak van ATP (adenosine trifosfaat), waarbij naast energie ook ADP (adenosine difosfaat) vrijkomt. ATP is heel beperkt aanwezig in de spiercellen en moet continu worden aangevuld. De snelste manier om dat te doen is door creatinefosfaat (PCr) af te breken waarbij energie (ATP) en creatine (Cr) vrijkomen.
PCr + ADP --- > Cr + ATP
Deze snelle energielevering is vooral een ‘probleem’ bij kortdurende inspanningen op een hoge intensiteit zoals sprinten, zware krachttraining, etc. Bij dergelijke inspanningen wordt de energie geleverd door het ATP-CP energiesysteem. Hierbij kan heel snel veel energie geleverd worden, de keerzijde is wel dat dit slechts voor enkele (5-10) seconden is. Om via dit energiesysteen (het ATP-CP systeem) energie te kunnen leveren is creatine – dat voor een klein gedeelte in de spieren ligt opgeslagen – nodig.
Nu is het zo dat hoe hoger de hoeveelheid creatine aanwezig in het spierweefsel, hoe minder snel de voorraad creatine wordt verbruikt, en hoe langer je een maximale inspanning kan volhouden. Oftewel, hoe langer je verzuring kan uitstellen, dat ontstaat als gevolg van onvoldoende zuurstof in het anaerobe energiesysteem.