De cellen in het menselijk lichaam vereisen een continue aanvoer van energie. De energie halen we uit voedsel dat we eten, en is afkomstig van de afbraak van de zogenaamde macronutriënten: koolhydraten, vetten en proteïnen (eiwitten). Het is echter niet zo dat de cellen de energie uit het voedsel dat we consumeren direct gebruiken. Als we meer eten dan ons lichaam nodig heeft (positieve energiebalans) dan wordt dit door ons lichaam opgeslagen in de vorm van vetweefsel, of als glycogeen in de lever.
In onderstaand figuur kan je zien hoe de macronutriënten worden afgebroken tot kleinere bouwstenen, en hoe dit resulteert in de vorming van ATP (adenosinetrifosfaat); welke onze cellen nodig hebben voor spiercontractie.
[caption id="attachment_1398" align="alignright" width="342"] Voedselconsumptie leidt tot de productie van chemische energie nodig voor celfunctie[/caption]
ATP is een energierijke fosfaatverbinding waarin een bepaalde hoeveelheid energie die uit de verbranding van ons voedsel is vrijgekomen, is vastgelegd. ATP is een chemische structuur die bestaat uit een substantie genaamd adenosine en een groep van drie atomen, de fosfaat groep (P), die aan elkaar gekoppeld zijn middels een lage energieverbinding. De fosfaat anatomen onderling zijn aan elkaar gekoppeld middels een hoge energieverbinding (zie onderstaand figuur).
[caption id="attachment_1399" align="alignnone" width="322"] Afbraak van het ATP molecuul[/caption]
Als de onderlinge fosfaat verbindingen worden verbroken komt er energie vrij. Deze energie kan onmiddellijk gebruikt worden voor de celfunctie in ons lichaam. Het afbreken van ATP stelt spiercellen in staat om zich aan te spannen. Hoewel ATP kan worden opgeslagen in de cellen, is de hoeveelheid ATP dat direct beschikbaar is voor het samentrekken van de spieren uiterst beperkt. Er is slechts genoeg ATP in de cellen beschikbaar voor enkele seconden van spieraanspanning. Dit betekend dat ATP continu gesynthetiseerd moet worden.
ATP wordt aangemaakt via drie verschillende energiesystemen. Het ATP-CP systeem (creatinefosfaat), het anaeroob lactische systeem (anaeroob is zonder zuurstof en lactaat is melkzuur dat naast ATP als ‘restproduct’ ontstaat door een tekort aan zuurstof) en het aëroob oxidatieve systeem. Inspanning vergt een bijdrage van alle drie de energiesystemen. De mate waarin aanspraak wordt gedaan op een bepaald energiesysteem is echter afhankelijk van de intensiteit, duur van de inspanning en het spiervezeltype dat gerekruteerd wordt.